rondlopen, -fladderen - Voorbeeld: ‘De beurt was nu rond, maar de drie dochters, daar ze geen vaste plaats hielden en nu hier, nu daar, rondvlinderden om in te schenken of tabak bij te halen, hadden nog niet gezongen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php