rotten werkw. Uitspraak: [ ˈrɔtə(n) ] Afbreekpatroon: rot·ten Vervoegingen: rotte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gerot (volt.deelw.) (van natuurlijk materiaal) vergaan Voorbeeld: 'een hoop rottende bladeren' Synoniemen: : bederven, verteren Zie ook: rot Synoniemen: bederven ontbinden vergaan verrotten verteren wegrotten 
1) Bederven 2) Vergaan 3) Verteren 4) Overblijven 5) Tót bederft overgaan 6) Tot bederf overgaan 7) Samenscholen 8) Smeulen 9) In ontbinding verkeren 10) Ontbinden 
verrotten
Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 van de kalk: het lesschen van de ongebluschte deelen.
(Amsterdams) scheten laten 
bederven, tot ontbinding overgaan (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Bargoens, boeventaal] stinken.
in een toestand van bederf overgaan vb: de afgevallen bladeren liggen te rotten