rumoerig, druk; op luidruchtige wijze (VD) - Voorbeeld: ‘Hij zwaaide ruchtig de zweep dat 't galmde met luide slagen’ - Voorbeeld: ‘Hun hartelijke lach galmde ruchtig in 't wijde’ - Voorbeeld: ‘Zij hadden de verhemming in 't lichte heffen van de stap, in 't ruchtig zwaaien der armen en 't uitbundig roeren aller tongen Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php