
Sabeeër zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: Sa·bee·er Verbuigingen: Sabeeërs (meerv.)
1) bewoner van Seba-2 (Jes. 45:14, Ez. 23:42) 2) lid van het volk van Seba-4 (Joël 4:8) . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Sabeeër
Geen exacte overeenkomst gevonden.