de samenscholing zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈsamə(n)sxolɪŋ ] Afbreekpatroon: sa·men·scho·ling Verbuigingen: samenscholingen (meerv.) (van mensen) het bij elkaar komen op straat Voorbeeld: 'De politieverordening verbiedt samenscholingen van vijf of meer personen.' Synoniemen: accumulatie bende groep hoop troep 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/samenscholing