scanderen werkw. Uitspraak: [ skɑn'derə(n) ] Afbreekpatroon: scan·de·ren Vervoegingen: scandeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gescandeerd (volt.deelw.) (van verzen) de maat of het metrum aangeven Voorbeeld: 'om de beurt Latijnse verzen scanderen' 6 definities...
1) Een versregel in voeten verdelen 2) Iets in lettergrepen uitroepen 3) In lettergrepen uitroepen 4) In versvoeten indelen 5) Indelen in versvoeten 6) Leuzen roepen 7) Leuzen uitroepen 8) Uitroepen van leuzen 9) Verzen in voeten opdelen 
Let op: Spelling van 1858 verzen meten, volgens de tijdmaat verdeelen, zoo verdeeld opzeggen. Scantie, de versmeting, versdeeling
het metrum doen uitkomen (toon de herkomst via de etymologiebank)
het metrum doen uitkomen; als blijk van bewondering of afkeuring in lettergrepen uitroepen
Etym: Lat. scandere = opklimmen; vandaar: gaan staan en met de voet de maat slaan. - Term uit de prosodie voor dat onderdeel van de analyse van klank dat erop gericht is om op grond van woord- en zinsaccent het verloop van heffingen en dalingen vast te stellen om daarmee het metrum te bepalen dat de grondslag vormt van het ritme van een teks...
het metrum doen uitkomen
manier van indelen in versvoeten
Onder scanderen (met de klemtoon op de eerste e) verstaan we het verdelen van een versregel in versvoeten en die - schriftelijk of mondeling - duidelijk doen uitkomen. In vroeger tijden werd van gymnasiumleerlingen verwacht dat zij de verzen van Homerus en Vergilius naar behoren konden scanderen, voordat zij tot de vertaling over mochten gaan!