[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Schichtigheid``] Een gebrek van paarden, meestal het gevolg van eene gebrekkige of onjuiste waarneming der omringende voorwerpen. Het schichtige paard is vreesachtig, angstig en schrikachtig, doch geenszins boosaardig. Dit gebrek kan door groote zachtheid van den ruiter genezen worden Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0020.htm