schipbreuk zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: schip·breuk Verbuigingen: schipbreuken (meerv.) Verbuigingen: schipbreukje (verkleinwoord) 1) een gebeurtenis waarbij een schip zinkt of op de klippen loopt Voorbeeld: 'De Poolse vloot leed schipbreuk.' 2) falen, mislukking, ondergang Voorbeeld: 'Schipbreuk van de bescha... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schipbreuk
het vergaan van een schip vb: de bemanning heeft schipbreuk geleden het plan heeft schipbreuk geleden [het is niet doorgegaan] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=schipbreuk