de schommel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈsxɔməl ] Afbreekpatroon: schom·mel Verbuigingen: schommels (meerv.) speeltoestel waarop je heen en weer gaat op een plankje dat aan twee touwen hangt Synoniemen: touwter zwier 4 definities...
1) Balans 2) Bies 3) Dikkerd 4) Dikzak 5) Rijtak 6) Schop 7) Slingerplankje 8) Speeltuig 9) Touter 10) Touwter 11) Trapeze 12) Wipper 13) Zweefbankje 14) Zwier 1) Dikke vrouw 2) Gezette vrouw 3) Kinderspeelgoed 4) Patoot 5) Schongel 6) Schop 7) Slingerplant 8) Speelgerei 9) Speeltoestel 10) Speeltuig 11) Speeltuinattribuut 12) Speeltuingerei 13) Speeltuintoestel 14) Speeltuinwerktuig 15) Touter 16) Touwter 17) Zwier 
opgehangen speeltuig waarop men heen en weer kan gaan (toon de herkomst via de etymologiebank)
horizontaal plankje aan twee touwen, waarop je zittend heen en weer zwaait vb: wij hadden vroeger een schommel in een grote boom
•een hangend speeltuig bestaande uit touw en een zitje.
opgehangen speeltuig waarop men heen en weer kan gaan
opgehangen speeltuig waarop men heen en weer kan gaan