de schoonbroer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈsxombrur ] Afbreekpatroon: schoon·broer Verbuigingen: schoonbroers (meerv.) echtgenoot van je zus of broer, of broer van degene met wie je getrouwd bent Synoniem: zwager Synoniemen: schoonbroe zwager 5 definities...
1) Aangetrouwd familielid 2) Familielid 3) Zwager 1) Behuwdbroeder 2) Schoonbroe 3) Zwager 
aangetrouwde broer van iemand, hetzij als echtgenoot van een zus van die persoon, hetzij als broer van zijn echtgenote of haar echtgenoot; in het geval van een gelijkslachtig huwelijk ook hetzij als echtgenoot van een broer van die persoon, hetzij als broer van zijn echtgenoot of haar echtgenote; zwager
• [familie] de echtgenoot van iemands broer of zus, of de broer van iemands echtgenoot of echtgenote.
zwager
zwager
Vlaams voor het Nederlandse woord ` zwager`