de schoonmaak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'sxonmak ] Afbreekpatroon: schoon·maak het weer schoon maken, vooral een woning Voorbeelden: 'de grote voorjaarsschoonmaak' , 'voorjaarsschoonmaak' , 'schoonmaakmiddel' Synoniem: kuis grote schoonmaak houden () 'Na de machtswisseling werd er onmiddellijk grote schoonmaak gehouden op alle minist... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schoonmaak