de sik zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ sɪk ] Verbuigingen: sikken (meerv.) plukje haar of baardje op alleen de kin Voorbeelden: 'Hij draagt een sikje.' , 'een geit met een sik' Synoniemen: baard kinbaardje 6 definities...
1) Baard 2) Baardgroei 3) Baardje 4) Bok 5) Bokkenbaard 6) Deel van een bok 7) Dier 8) Geit 9) Geit (mannelijk) 10) Geitenbaard 11) Geitenbaardje 12) Geitenbok 13) Gezichtsbeharing 14) Gezichtshaar 15) Haarbos 16) Haarbosje aan de onderlip 17) Haardos 18) Haargroei 19) Harig sieraad van mannen 20) Herkauwer 1) Baard 2) Baardje 3) Geit 4) Geitenbok 5) Kinbaard 6) Kinbaardje 7) Locomotor 8) Mouche 
bevestigingswijze van touwen (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) spits toelopende baard van een geit; geitenbaard 2) smalle baard op het midden van de kin; smalle kinbaard
dun baardje - Jaar van herkomst: 1798 (WNT )
afval wat bij de cacaoproductie vrijkomt.
[Soldatentaal, 1914] paard.
Betaalmeester die het kadje uitbetaalde.