de ski zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ski ] Verbuigingen: ski's (meerv.) elk van de twee lange smalle latten waarmee je op sneeuw kunt glijden Synoniemen: lat sneeuwlat 6 definities...
1) Alpineski 2) Lat 3) Sneeuwlat 4) Sneeuwschaats 5) Sneeuwschoen 6) Springski 1) Glijschoen 2) Lange lat 3) Lange lat onder de schoen 4) Lange sneeuwschaats 5) Lat 6) Skionderdeel 7) Sneeuwglijlat 8) Sneeuwlat 9) Sneeuwschaats 10) Sportartikel 11) Sportattribuut 12) Sportgerei 13) Sportlat 14) Stad in Noorwegen 15) Tak van sport 16) Vervoermiddel op sneeuw of ijs 17) Wintersportartikel 
sneeuwschaats (toon de herkomst via de etymologiebank)
lange lat voor onder je schoen om mee op de sneeuw te schuiven vb: hij daalde op zijn ski's snel de helling af
•lange lat waarop men zich voortbeweegt over de sneeuw. (+audio)
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Scandinavisch), sneeuwschoen. ‘Een Noorsche ski- of sneeuwschoenloper’.
sneeuwschaats
Lange, smalle, plankachtige toestellen die worden vastgezet onder speciaal ontworpen hoge schoenen en gebruikt om mee over sneeuw te glijden; al meer dan 5000 jaar bekend en oorspronkelijk gemaakt van dierenbeen dat direct aan schoeisel werd bevestigd, maar tegenwoordig vervaardigd uit verschillende harde, duurzame materialen, met een taps toelopen...