slachten werkw. Uitspraak: [ ˈslɑxtə(n) ] Afbreekpatroon: slach·ten Vervoegingen: slachtte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geslacht (volt.deelw.) (een dier) doodmaken om het vlees op te kunnen eten Synoniemen: afdoen afmaken wegdoen Spreekwoorden en zegswijzen • het gemeste kalf slachten (=een groot... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/slachten
gelijken op, overeenkomen met, aarden naar - Voorbeeld: ‘De liefde slacht de zee, dat gaat op en af met de mane’ - Voorbeeld: ‘Gelukkig voor mij dat de bodem van Vlaanderen zo vei en vruchtbaar is - de rijdschriften schieten er op als paddestoelen. 't Slacht van de vliegen: als ge er éne doodslaat komen er tien naar de begrafenis Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php