de sluimer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'slœymər ] Afbreekpatroon: slui·mer keer dat je sluimert Voorbeeld: 'uit je sluimer ontwaken' in sluimerstand (van computers) (<als je computer nog niet volledig uitgeschakeld is maar wel minder energie verbruikt>) Synoniemen: doezel sluimeren sluimering 2 definities...
1) Doezel 2) Dommel 3) Dutje 4) Hazeslaap 5) Slaapje 6) Sluimering 7) Tukje 1) Doezel 2) Dutje 3) Lichte slaap 4) Slaapje 5) Sluimeren 6) Sluimering 
slaap; in het bijzonder: lichte of zachte slaap