Zie ook:
snorkel

snorkelen werkw. Uitspraak: [ 'snɔrkələ(n) ] Afbreekpatroon: snor·ke·len Vervoegingen: snorkelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesnorkeld (volt.deelw.)
met een snorkel, een duikbril en zwemvliezen (onder water) zwemmen Voorbeeld: 'Op vakantie ga ik altijd snorkelen in de zee.' 3 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/snorkelen

1) Met een luchtpijpje zwemmen 2) Recreatie 3) Watersport
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Snorkelen/1
Def.: activiteit waarbij de zwemmer aan de oppervlakte blijft.
Toelichting: In tegenstelling tot bij skin diving of scubaduiken. Hij ademt voortdurend door de snorkel en slaat met zijn duikbril het onderwatergebeuren gade.
Gevonden op
https://www.aquo.nl/index.php/Categorie:Geldige_begrippen

Activiteit waarbij de zwemmer, in tegenstelling tot bij skin diving of scubaduiken, aan de oppervlakte blijft. Hij ademt voortdurend door de snorkel en slaat met zijn duikbril het (excusez le mot) onderwatergebeuren gade.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10827
Geen exacte overeenkomst gevonden.