snurken werkw. Uitspraak: [ ˈsnʏrkə(n) ] Afbreekpatroon: snur·ken Vervoegingen: snurkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesnurkt (volt.deelw.) tijdens je slaap harde geluiden maken met je keel of neus Voorbeeld: 'iedere nacht liggen snurken en daardoor je partner uit de slaap houden' Synoniem: ronken Synoniemen: ronken slapen In... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/snurken
Snurken komt in verschillende gradaties voor. Als uw partner naar een andere slaapkamer verhuist, bent u een matig snurker. Als de buren ook verhuizen, bent u een ‘zwaar geval’ te noemen. Mannen snurken meer dan vrouwen. In een onderzoek onder meer dan 2000 personen werd vastgesteld dat 71 procent van alle mannen snurkte, terwijl dit ..... Gevonden op http://www.menselijk-lichaam.com/algemeen/snurken
Sommige mensen die snurken, schrikken er zelf van wakker. Maar meestal is het de partner of zelfs soms de buren die er problemen van ondervinden. Het is een zagend, ruisend of ronkend geluid dat uit de keel komt. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10721