de spaarkaart zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈsparkart ] Verbuigingen: spaarkaarten (meerv.) kaart waarop je zegeltjes plakt waarvoor je iets (goedkoper) kunt krijgen als je er genoeg hebt Voorbeeld: 'voor een volle spaarkaart 3 euro krijgen' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spaarkaart