
1.spikkeling Voorbeeld: ‘
Hun (= van de bomen) kruine, 't is één ronde ruiker gruisdikke wollewit op de perelaars en bleekroze spitteling op de appelbomen’ (Minnehandel - Geurts III 8) 2.spatting, het spatten Voorbeeld: ‘
Hij bleef uitzien op de spittelingen en blaasjes die over het vlak van 't zwarte mestputwater opbrobbelden bij e...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.