sportief bijv.naamw. Uitspraak: [ spɔrˈtif ] Afbreekpatroon: spor·tief 1) als iets met sport te maken heeft Voorbeelden: 'sportieve prestaties' , 'In het resort is ook op sportief gebied van alles mogelijk.' 2) als je vaak aan sport doet Voorbeeld: 'sportief type, niet-roker' 3) als je niet boos wordt ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/sportief
wie zich voor zijn plezier lichamelijk inspant vb: Jan is erg sportief: hij voetbalt en hij tennist wie goed tegen zijn verlies kan vb: het is sportief om de winnaar na afloop een hand te geven het sportief opvatten [niet haatdragend zijn] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=sportief
•een ruime plaats inruimend voor het bedrijven van sport. •bereid een tegenstander fair te behandelen. •tweede betekenisomschrijving. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/sportief