de spriet zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: sprieten (meerv.) Verbuigingen: sprietje (verkleinwoord) 1) lang en dun geval 2) lang en schraal persoon 3) sprietantenne 4) kwartelkoning . Synoniemen: antenne sigaar skelet voelhoren voelspriet 6 definities...
1) Antenne 2) Autoantenne 3) Bruinkool 4) Deel van een schip 5) Delfstof 6) Dier 7) Draaibaar rondhout 8) Dunne grashalm 9) Grashalm 10) Halm 11) Kwartelkoning 12) Lang en dun uitgroeisel 13) Lang en mager iemand 14) Lang en mager persoon 15) Lang rond hout 16) Lange grasstengel 17) Loot 18) Puntig uitwas 1) Antenne 2) Halm 3) Kwartelkoning 4) Sigaar 5) Skelet 6) Sprit 7) Spruit 8) Steng 9) Voelhoorn 
Let op: Spelling van 1858 aan smakken en andere dergelijke schepen eene steng, om het zeil uit te spannen
kwartelkoning (toon de herkomst via de etymologiebank)
1.uitdr.: Voorbeeld: ‘op sprieten zetten, stellen’: op stelten zetten, in beroering brengen Voorbeeld: ‘In geen jaren was er op de gemeente iets voorgevallen dat de belangstelling der vrouwenwereld zo op sprieten zette’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘op sprieten staan’: op stelten staan, in rep en roer Voorbeeld: ‘De v...
ralvogel - Jaar van herkomst: 1860 (WNT )
diagonaal rondhout waarmee de nok van een sprietzeil uitgehouden wordt. Door sommigen wordt deze ook spier genoemd. Deze term wordt echter ook gebruikt voor een eventuele giek aan sprietzeil.
VOC - Scheepsbouw : rondhout, draaibaar onder aan de mast bevestigd en schuin naar boven gericht, om een sprietzeil uit te houden.VOC - Zeilen en tuigage: rondhout, draaibaar onder aan de mast bevestigd en schuin naar boven gericht, om een sprietzeil uit te houden.