spriet, spruit, zijtakje - Voorbeeld: ‘Andere (bomen) staken hun witte pracht hoog in rechte sprietels op tegen 't blauw van de hemel, en het uchtendzonnetje speelde daarin met glinsterende schichten’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php