stemloos bijv.naamw. Uitspraak: [ 'stɛmlos ] Afbreekpatroon: stem·loos 1) (van spraakklanken) als de stembanden niet meetrillen bij het uitsprekentaalkunde Voorbeeld: 'Medeklinkers die stemloos worden uitgesproken zijn: f, h, k, p en s.' Antoniem: stemhebbend (1) 2) als je weinig of geen stem hebt Voorb... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stemloos
Uit de woordenlijst van de uitspraak; medeklinkers die gerealiseerd worden zonder dat daarbij de stembanden trillen worden stemloos genoemd. Het gaat om de f, s, ch, p, t en k. Zij hebben allen ook een stemhebbende tegenhanger.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11149