stenen bijv.naamw. Uitspraak: [ 'stenə(n) ] Afbreekpatroon: ste·nen van steen Voorbeeld: 'stenen vloeren' stenen tijdperk (prehistorisch tijdperk waarin gebruiksvoorwerpen alleen van steen gemaakt werden en nog niet van metaal) Synoniem: steentijd Synoniemen: van steen Spreekwoorden en zegswijzen • wie in een glazen huis woont moet n...
1) Gebouwd van steen 2) Gemaakt van steen 3) Hardvochtig 4) Keien 5) Keihard klagen 6) Klagen en steunen 7) Kreunen 8) Puzzel 9) Steunen 10) Steunen en klagen 11) Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 12) Van bepaald materiaal 13) Van een bepaald materiaal 14) Van steen gemaakt 15) Van zeker materiaal 16) Van zekere stof vervaardigd 1) Klagen 2) Steunen 3) Weeklagen 4) Zuchten 
verwijst naar steunen = kermen (toon de herkomst via de etymologiebank)
van steen vb: ze hebben een stenen muur aangelegd rond hun tuin
[Vergeten woorden] (st. stan, heeft gestonen) zuchten, kreunen [~ steunen ‘kermen’, donder]
zegenstenen aan de onderreep binden. [Links: Diverse termen inzake het vistuig .]
aardewerken pan.
(lithiasis) - , galstenen , urineweg-stenen (nier-, urineleider en blaasstenen)