stoefen werkw. Uitspraak: [ ˈstufə(n) ] Afbreekpatroon: stoe·fen Vervoegingen: stoefte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestoeft (volt.deelw.) opscheppen Voorbeeld: 'stoefen met de auto van je vader' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stoefen
stoffen, snoeven, pralen (VD) - Voorbeeld: ‘De Vlaamse arbeider die bedronken is, wordt een onverdragelijke vent (....). Hij zoekt twist, wauwelt en stoeft op zijne kracht, zijne behendigheid als werker, op zijn rijkdom’ - Voorbeeld: ‘Hij miek echter nooit misbruik van zijn kunsten stoefte nergens met 't geen hij kon, loochende het ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php