tackelen werkw. Uitspraak: [ 'tɛkələ(n) ] Afbreekpatroon: tac·ke·len Vervoegingen: tackelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getackeld (volt.deelw.) 1) (een tegenstander) aanvallen om de bal af te pakkensport 2) (een probleem) aanpakken om het op te lossen Voorbeeld: 'Slaapproblemen bij kleute... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tackelen