de talreep zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: tal·reep Verbuigingen: talrepen (meerv.) Verbuigingen: talreepje (verkleinwoord) een touw dat bij wijze van want- of stagspanner, enkele malen door de ogen van een stag en putting is gehaald en vastgezet Voorbeeld: 'De wanttalie met talreep is een eenvoudige voorloper van de spanschroef.' . 4 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/talreep
Een touwsjorring voor het strakzetten van stagen e.d. De stagen liepen uit in jufferblokken. Dat waren ronde blokken doorboord met drie gaten waardoor de talreep werd geschoren De sjorring werd ook wel schenkel of schinkel genoemd, maar dat is eigenlijk de benaming voor de touwsplits aan de uiteinden van de ra's waar de brassen aan vast zijn gemaak... Gevonden op https://vaartips.nl/tipt.htm
de loper van een takel, wanneer deze uit ' blokken ' zonder schijven samengesteld is. [ Afbeelding ] Oorspronkelijk hadden talreep en taliereep waarschijnlijk dezelfde betekenis. Wanneer men verschillende betekenissen aan deze twee termen is gaan hechten is mij niet bekend. Gerelateerde termen: zijstagnaaiing, voorstagnaaiing, wanttalie. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=t#talreep
VOC - Zeilen en tuigage: touw waarmee de jufferblokken onderling zijn geschoren en waarmee de hoofdtouwen (staand want) strak worden gespannen. Gevonden op https://www.vocsite.nl/woordenlijst/index.php