de tandplak zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'tɑntplɑk ] Afbreekpatroon: tand·plak laagje voedselresten en bacterieën dat zich vormt op je gebit Voorbeeld: 'Dagelijks poetsen doe je om tandplak te verwijderen.' Synoniem: plaque Synoniemen: tandaanslag tandsteen 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tandplak