de telefoonkaart zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ teləˈfonkart ] Afbreekpatroon: te·le·foon·kaart Verbuigingen: telefoonkaarten (meerv.) 1) plastic kaart waarmee je een betaaltelefoon kunt gebruiken Voorbeeld: 'In gevangenissen worden telefoonkaarten als betaalmiddel gebruikt.' 2) chipkaart waarmee je het beltegoe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/telefoonkaart