tempeesten werkw. Afbreekpatroon: tem·pees·ten Vervoegingen: tempeestte (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft getempeest (volt.deelw.) stormen, onweren. figuurlijk: razen of tieren (van woede) Voorbeelden: 'Het onweer tempeestte door het bos en knakte honderden bomen af.' , 'Hij tempeestte door het huis als een razende stier.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tempeesten