terugvallen werkw. Uitspraak: [ təˈrʏxfɑlə(n) ] Afbreekpatroon: te·rug·val·len Vervoegingen: viel terug (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is teruggevallen (volt.deelw.) 1) weer in de oude toestand terechtkomen Voorbeeld: 'terugvallen in je slechte gewoontes' 2) het minder goed doen Voorbeeld: 'heel lang op ko... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/terugvallen
meer naar de achterhoede gaan (om geen kopwerk te hoeven doen, om een achterblijver te helpen terugkomen) zich laten terugvallen Gevonden op http://www.wvterheijden.nl/wielertaal.htm