terugzien werkw. Uitspraak: [ təˈrʏxsin ] Afbreekpatroon: te·rug·zien Vervoegingen: zag terug (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft teruggezien (volt.deelw.) weer zien Voorbeeld: 'Na jaren in het buitenland, zag ik mijn zus terug.' Synoniemen: omzien 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/terugzien