thuisblijven werkw. Afbreekpatroon: thuis·blij·ven Verbuigingen: bleef thuis Vervoegingen: thuisgebleven (volt.deelw.) de eigen woning niet verlaten Voorbeeld: 'We zijn gewoon lekker een avondje thuisgebleven.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/thuisblijven