de toorn zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ torn ] woede formeel Synoniemen: boosheid furie giftigheid kwaadheid razernij woede Spreekwoorden en zegswijzen • fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent) • de fiolen van zijn 
1) Boosheid 2) Drift 3) Furie 4) Gal 5) Gepikeerdheid 6) Giftigheid 7) Gram 8) Gramheid 9) Gramschap 10) Grimmigheid 11) Hevige gramschap 12) Hevige woede 13) Kolere 14) Kwaadheid 15) Kwaaiigheid 16) Nijd 17) Ongenade 18) Ongunst 19) Ontstemdheid 20) Ontstemming 21) Onvriendelijk 22) Razernij 23) Verbolgenheid 1) Boosheid 2) Drift 3) Gal 4) Giftigheid 5) Gram 6) Gramschap 7) Kwaadheid 8) Nijd 9) Razernij 10) Verbolgenheid 11) Verstoordheid 12) Woede 
woede (toon de herkomst via de etymologiebank)
grote boosheid vb: de keizer ontstak in toorn Synoniemen: woede razernij
woede
woede
Een vrij krachtige emotionele uiting van afkeuring of vijandigheid, die zich manifesteert in lichamelijke reacties, voornamelijk grimassen en lichaamshoudingen die kenmerkend zijn voor een actief autonoom zenuwstelsel