traceren werkw. Uitspraak: [ tra'serə(n) ] Afbreekpatroon: tra·ce·ren Vervoegingen: traceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getraceerd (volt.deelw.) opsporen (wat zoek is) of opzoeken (wat je wilt weten) Voorbeelden: 'maatregelen treffen om je laptop te traceren als die gestolen is' , 'een mobiel nummer traceren via internet' S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/traceren
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afsteken, traceren``] eene lijn, eenen hoek enz., hare gedaante op het terrein aangeven door baken of paaltjes te plaatsen, deze door middel van een touw te vereenigen en langs dit touw eene kleine geul, kielspit genaamd, uit te graven Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0002.htm