de traiteur zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ trɛ'tɵ:r ] Afbreekpatroon: trai·teur Verbuigingen: traiteurs (meerv.) iemand die lekkere etenswaren maakt en verkoopt culinair Voorbeelden: 'je maaltijd kopen bij een traiteur' , 'een traiteur inhuren voor het feestje bij jou thuis' 4 definities...
1) Beroep 2) Cateraar 3) Gastronomisch beroep 4) Kok die eten thuisbezorgd 5) Kok die eten thuisbezorgt 6) Kok die eten thuisbrengt 7) Uitzendkok 1) Catering 2) Uitzendkok 
kok die meeneemmaaltijden bereidt, uitzendkok (toon de herkomst via de etymologiebank)
uitzendkok
Vorm van de catering die vooral gericht is op levering aan individuele personen c.q. party`s
Een Traiteur bereidt verse maaltijden en verkoopt die in een Traiterie of brengt die bij klanten, zoals bedrijven of particulieren. De Traiteur maakt bijvoorbeeld lekkere gerechten, soepen, broodjes en maaltijden. Ook maakt de Traiteur buffetten voor feesten en recepties. De Traiteur zal altijd creatief moeten zijn om iets extra’s te bieden en be...