trakteren werkw. Uitspraak: [ trɑkˈterə(n) ] Afbreekpatroon: trak·te·ren Vervoegingen: trakteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getrakteerd (volt.deelw.) iets lekkers uitdelen, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis Voorbeeld: 'Als ik slaag trakteer ik iedereen op appeltaart' Ik trakteer! (ik betaal deze co... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/trakteren