tripleren werkw. Afbreekpatroon: tri·ple·ren Verbuigingen: tripleerde Vervoegingen: getripleerd (volt.deelw.) 1) verdrievoudigen 2) een carambole maken nadat de bal tweemaal de band heeft geraakt 3) een inhalend motorvoertuig zelf inhalen . Synoniemen: verdriedubbelen verdrievoudigen 2 definities...... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tripleren