troebel bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈtrubəl ] Afbreekpatroon: troe·bel (van vloeistof) niet zuiver en daardoor niet doorzichtig Voorbeeld: 'troebel water' Antoniem: helder in troebel water vissen (misbruik maken van een onduidelijke situatie of een ruzie) een troebele blik (een wazige blik) Synoniemen: beneveld broeierig dof drabbig niet du...
1) Beneveld 2) Beslagen 3) Bral 4) Drabbig 5) Gronderig 6) Grondig 7) Impuur 8) Mat 9) Moeilijkheid 10) Ondoorzichtig 11) Onduidelijk 12) Onenigheid 13) Onhelder 14) Onklaar 15) Onrust 16) Onscherp 17) Onzindelijk 18) Onzuiver 19) Sedimenteus 20) Vaag 21) Vuil 22) Wanorde 23) Wazig 24) Zwadderig 25) Zwarigheid 1) Beneveld 2) Broeierig 3) Dof 4) Drabbig 5) Drassig 6) Grondig 7) Impuur 8) Niet glanzend 9) Niet helder 10) Ondoorschijnend 11) Ondoorzichtig 12) Onduidelijk 13) Onhelder 14) Onklaar 15) Onrein 16) Onscherp 17) Onzindelijk 18) Onzuiver 19) Opaak 20) Vaag 21) Vol bijbedoelingen 22) Vuil 23) Wazig 
Troebel is een aanduiding voor een vloeistof, die niet helder is. Een dergelijke vloeistof, bijvoorbeeld witbier, is 'onzuiver' en in meer of mindere mate ondoorzichtig. Aanverwante onderwerpen: - Gistwaas - Ouderdomstroebeling - Trub - Tweeschijn - Zetmeeltroebel
onzuiver (toon de herkomst via de etymologiebank)
met vuil en ander stof erin vb: de bedorven wijn was helemaal troebel
onzuiver
onzuiver