
schateren, schaterend doen klinken - Voorbeeld: ‘
De wijven schetterden het uit’ - Voorbeeld: ‘
Over de hele wereld is die blijkheid als een galmende zang, een zang waarin de zon met gouden trompetten de jubel uitschettert, door wijde luchten’ (Glorierijke Licht 357)
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.