ultimo bijwoord Uitspraak: [ 'ʏltimo ] Afbreekpatroon: ul·ti·mo op de laatste dag van een maand of een jaar Voorbeeld: 'Ultimo juni moeten we onze huidige woning verlaten.' 
1) Laatste dag van de maand 2) Uiterlijk 3) Uiterlijk (Latijn) 4) Uiterst 5) De laatste van de maand 6) Laatste 7) Laatste van de maand 8) Op de laatste dag 9) Aan het eind 10) Aan het slot 
bijwoord van tijd: op de laatste dag van de maand
Nederlandsche handelswoorden uit het Italiaans (1914): de laatste dag der maand.
(ult.) Op de laatste dag
Ultimo is een Latijnse benaming voor ‘aan het einde’ en verwijst naar het einde van een bepaalde periode. Met ultimo worden verschillende uitspraken bedoeld die verwijzen naar het einde van iets. Om de laatste dag van de maand aan te duiden wordt dan ook wel gezegd: ultimo september. Hiermee wordt dan de laatste dag van september bedoeld. Ultim...
bijwoord van tijd: op de laatste dag van de maand (toon de herkomst via de etymologiebank)
Op de laatste dag van de maand, het kwartaal of het jaar. Het woord komt uit de Latijnse taal.