
strooien, uitstrooien, storten, morsen - Voorbeeld: ‘
Hij stapte door de lochting zonder opkijken - daar was ook niets bijzonders aan, en Manse vond geen reden om te zeggen hoe het gister nog alles verheisterd, vuil en vertrappeld lag’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.