I verheugen werkw. Verbuigingen: verheugde Verbuigingen: verheugd 'iemand verheugen' vreugde bereiden II verheugen werkw. Verbuigingen: verheugde zich Verbuigingen: heeft zich verheugd 1) 'zich verheugen op': reikhalzend uitzien naar iets 2) 'zich verheugen': blijdschap ervaren Synoniemen: verheug 
1) Opvrolijken 2) Uitzien naar 3) Rejouisseren 4) Vrolijk maken 5) Tevreden stemmen 6) Blij maken 7) Verlustigen 8) Verkneukelen 9) Verblijden 
genoegen, vreugde, plezier - Voorbeeld: ‘Schilders echter maken het zich met zulke dingen niet lastig - gelijk kinderen scheppen zij hun verheugen in het merkwaardige van het verschijnsel’ - Voorbeeld: ‘De oude mulder zelf, schijnt er zijn verheugen in te hebben met zoveel aan tafel te zijn’ - Voorbeeld: ‘Als zij uitgepr...
blij zijn of maken
blij zijn, blij maken (toon de herkomst via de etymologiebank)
het met veel plezier afwachten vb: ik verheug mij erg op het feest
• [refl] "zich ~": blijdschap ervaren. • [refl] "zich ~ op": reikhalzend uitzien naar iets. • [ov] "iemand ~" vreugde bereiden.
blij zijn of maken