vergenoegd, verzadigd - Voorbeeld: ‘Maar 's anderen daags kwamen zij weer met vernoegde, dikke wezens, in de zonne staan en niets van kommer of angst was er nog op te zien’ - Voorbeeld: ‘De feestelingen waren vernoegd van 't eten, ze hielden de handen in de broekband’ (ibid. 276) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php