verpanden werkw. Uitspraak: [ vər'pɑndə(n) ] Afbreekpatroon: ver·pan·den Vervoegingen: verpandde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verpand (volt.deelw.) iets verkopen met de bedoeling het later weer terug te kopen Voorbeeld: 'De vrouw kwam haar sieraden verpanden.' Synoniem: belenen je hart verpanden aan (je met liefde en/of pass... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verpanden