de verpleger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ vər'plexər ] Afbreekpatroon: ver·ple·ger Verbuigingen: verplegers (meerv.) man die als beroep zieke mensen verpleegt Voorbeeld: 'In mijn jaar waren er, opvallend genoeg, drie jongens die verpleger wilden worden.' Antoniem: verpleegster Synoniemen: : verpleegkundige, broeder Synoniemen: broe b... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verpleger
iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met de verpleging, verzorging van zieken en hulpbehoevenden; man die zich voor zijn beroep bezighoudt met de verpleging, verzorging van zieken en hulpbehoevenden; ook: het beroep van verpleegkundige; verpleegkundige Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/verpleger