vervaren werkw. Verbuigingen: vervaarde Verbuigingen: vervaard vrees aanjagen 
1) Verhuizen 2) Bevochtigen 3) Uitschaken 4) Verslepen 5) Verplaatsen 6) Beangstigen 
naar elders gaan, verder van elkaar brengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
(verouderd) vrees aanjagen
1> varend afleggen, verplaatsen, verbruiken, enz.. gtb.ivdnt.org. 2> in de verkeerde richting gevaren zijn. We hebben ons een flink eind vervaren. 3> de rondtornen/slagen die rond een verhaalkop of kaapstander liggen een eindje verschikken opdat de slagen niet zullen beknijpen of zullen aflopen. 4> het verzetten/verplaatsen van handspaken en der......