verkopen, verhandelen - Voorbeeld: ‘Ge moet de religie niet verwinkelen; niet te veel drukte in de kerk, geen dweperij, de heiligen niet versuikeren, geen godsvrucht met contrôle-briefjes’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php