de vicaris zelfst.naamw. (m.) 1) plaatsvervanger en assistent van een bisschop 2) plaatsvervanger van een dominee Synoniemen: hulpprediker kapelaan 
1) Kerkelijk plaatsvervanger 2) Plaatsvervanger 3) Plaatsvervangend predikant 4) Plaatsvervangend geestelijke 5) Vrouwelijke vicaris 6) Hulpprediker 7) Hulppredikant 8) Hulppastoor 9) Hulp van de bisschop 10) Geestelijke 11) Geestelijk plaatsvervanger 12) Coadjutor 13) Rooms-katholieke geestelijke 14) Onderoverste van een klooster 
plaatsvervanger van bisschop of pastoor
Algemene term voor plaatsvervanger.
plaatsvervanger van bisschop of pastoor (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een vicaris is een plaatsbekleder. In de Katholieke Kerk bestaan verscheidene kerkelijke ambten die plaatsbekledend zijn.
plaatsvervanger van een geestelijke; ieder die een ambt of bediening ter vervanging van de eigenlijke titularis waarneemt, zoals de paus, een bisschop, abt, pastoor.
De Vicaris is in de katholieke kerk de plaatsvervanger van de bisschop of pastoor. In de protestantse kerk is de Vicaris de plaatsvervanger van de dominee. Ook is de Vicaris bij sommige orden de onderoverste van een klooster. Ook is de Vicaris de benaming van de geestelijke die verbonden was aan de vicarie. De plaatsvervanger van de bisschop wordt ...
plaatsvervanger van bisschop of pastoor