vierhonderd (lands) (zie: lands): ong. 36 aren - Voorbeeld: ‘'s Zomers ziet men Landuyts lange gestalte scherp afgetekend tegen de lucht, met de os zijn kouter ploegen, zijn vierhonderd bedrichten, zijn aardappels planten’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php